In Zeeland zijn er veel soorten drachten, waarvan die van Arnemuiden en Nieuwland (bij Middelburg) het bekendst zijn vanwege de kornetmuts.




De mutsen/hullen van Zuid-Beveland zijn wat hoekiger.




Zuid-Beveland, 1850:




Middelburg en Zuid-Beveland: Op Walcheren zijn er snoeren met 3 of 4 rijen, en de kleur is aan te passen aan de kleur van de kleding.





Hierboven rechts de Walcherse lagettemuts.


Drie meisjes met de lange kindermuts.

De katholieke dracht in Zuid-Beveland, trapeziumvorm en kralen rond de hals van de beuk:


Zondagse dracht Walcheren, 1880, en paeremes. Op zondag wordt hier veel zwart gedragen.


Schouwen-Duiveland, links bruid 1910 met lange sluiermuts. De hoorntjeskrullen zijn vierkant, en hebben soms klaverbladvormige bellen, met parelhangers. Rechts de werkdracht van een dienstmeid.



De zondagse dracht Tholen: De naad zit daarbij op de rug.

Goeree-Overflakkee:

In Voorne-Putten (ZH) zouden ze dezelfde dracht dragen:


Hoe lager de krullen, des te ouder. Hoe meer windsels, des te rijker.


